Jordy Moyson
19/10/2024
Het vergoeden van oplaadbeurten van elektrische bedrijfswagens thuis bezorgt werkgevers heel wat kopzorgen. Op dit moment is er nieuwe regelgeving in de maak die het administratieve rekenwerk voor deze terugbetalingen moet vereenvoudigen. Minister Van Peteghem streeft naar een regeling die eenvoudig te beheren is en geen negatieve fiscale gevolgen heeft.
Bij fossiele bedrijfswagens worden de tankkosten vergoed via het voordeel van alle aard, zonder dat deze apart belast worden. De fiscus beschouwt de elektriciteit die thuis wordt geladen eveneens als een voordeel van alle aard. Dat betekent dat de terugbetaling van de stroomkosten door de werkgever in principe niet extra belast wordt.
Om de vergoeding correct en transparant te laten verlopen, zijn er echter duidelijke voorwaarden vastgelegd:
De laatste voorwaarde maakt de situatie echter complex. Werknemers moeten steeds hun meest recente tarieven doorgeven aan hun werkgever. Bij een vaste elektriciteitsprijs gebeurt dit jaarlijks, maar bij variabele contracten is de vergoeding gebaseerd op de gewogen prijs van de laatste factuur. Bij de volgende factuur moet die dan worden verrekend naar de werkelijk gehanteerde tarieven. Dit is een administratieve nachtmerrie voor bedrijven en moeilijk te controleren.
Hoewel een forfaitair tarief niet is toegestaan, gebruiken veel bedrijven toch een gemiddelde prijs, gebaseerd op het elektriciteitstarief van de CREG. Dit forfaitaire systeem kan problemen opleveren wanneer het bedrag dat de werkgever vergoedt hoger is dan het werkelijke verbruik van de werknemer. In dat geval kan het verschil belast worden, wat kan leiden tot boetes.
Momenteel is er een overgangsregeling van kracht. Via een omzendbrief is het voor bedrijven tijdelijk toegestaan een forfaitair bedrag te hanteren, gebaseerd op het CREG-tarief, in afwachting van de nieuwe regelgeving.